Gerookte zalm, zoals we die vandaag de dag kennen, vindt zijn oorsprong in de Scandinavische landen, vooral in Noorwegen, in Suède, en in Finland, waar roken een cruciale methode was om vis te conserveren tijdens de lange winters. In Noorwegen bijvoorbeeld, Gravlax – een gezouten en licht gerookte zalm – is een specialiteit. Deze knowhow heeft zich over heel Europa verspreid, waarbij lokale technieken zijn verwerkt.
In deze landen wordt zalm traditioneel koud gerookt, bij een temperatuur van minder dan 25°C. Hierdoor blijft de delicate textuur behouden en komen er subtiele houtaroma's vrij, vaak van beuken- of berkenhout. SuèdeOok de “Rökt Lax”, een met jeneverbeshout gerookte zalm, is erg populair.
Met de opkomst van moderne techniekenEr zijn enkele methoden ontwikkeld om aan grotere productiebehoeften te voldoen, zoals industrieel roken, wat grootschalige productie mogelijk maakt. Echter, traditionele technieken blijven bestaan in ambachtelijke bedrijven zoals Sodiaal, waar het proces van handmatig zouten en roken met beukenhout wordt voortgezet, wat een authentiek en hoogwaardig product garandeert. Hoewel sommige praktijken zijn gemoderniseerd, blijven veel trouw aan hun ambachtelijke oorsprong, waarbij de precisie van het handwerk en het respect voor methoden die al generaties lang worden doorgegeven, worden benadrukt.
Tegenwoordig is gerookte zalm een specialiteit die wereldwijd wordt gegeten, maar de diepe wortels van het gerecht in de Scandinavische tradities herinneren ons eraan hoe belangrijk het is om het culinaire erfgoed te behouden en aan te passen aan de eisen van deze tijd.